dinsdag 21 januari 2014

Eigen bijdrage voor medicatie onverzekerbare vreemdelingen per 1-1-2014

Overheid neemt onverantwoord risico voor openbare orde en volksgezondheid Voor ongedocumenteerde vreemdelingen die voor medische kosten een beroep moeten doen op de regeling voor onverzekerbare vreemdelingen van het CVZ wordt vanaf 1 januari 2014 een nieuwe drempel opgeworpen: een eigen bijdrage voor medicijnen. De overheid neemt hiermee welbewust (?) een risico voor de volksgezondheid en de openbare orde en veiligheid. Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) heeft al in mei van dit jaar aan de minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport geadviseerd om aan onverzekerbare vreemdelingen een eigen bijdrage van € 5 per receptregel te vragen. De minister heeft dit advies nu overgenomen en wil deze eigen bijdrage per 1 januari 2014 laten ingaan. Het CVZ baseert zijn advies op een inventarisatie onder de declarerende apotheken, waaruit zou blijken dat de opbrengsten uit eigen betalingen door vreemdelingen (van alle eerstelijns zorg, behalve verloskundige zorg, wordt immers slechts 80% door het CVZ aan de zorgverlener vergoed) tegenvallen, omdat de vreemdeling weet dat de apotheek de niet-betaalde rekening kan declareren bij het CVZ: “Deze wetenschap leidt vervolgens tot een scherpe daling van de bereidheid om te betalen. Dat is niet de bedoeling van de regeling” aldus de voorzitter van de Raad van Bestuur van het CVZ in de brief aan de minister. Wat hierbij kennelijk uit het oog wordt verloren is dat de betreffende ongedocumenteerde vreemdelingen waarvoor de eigen bijdrage van € 5 per receptregel zal gaan gelden (denk bijv. aan de asielzoekers van de vml. tentenkampen in Amsterdam en Den Haag) uitgesloten worden van voorzieningen van de Rijksoverheid, niet mógen werken om in hun eigen onderhoud te voorzien èn zich niet kunnen verzekeren tegen ziektekosten. In een aantal gevallen gaat het daarbij ook nog eens om asielzoekers met ernstige medische/psychische problemen. Juist voor deze kwetsbare doelgroep, die leeft van giften en/of afhankelijk is van derden, vormt het betalen van die € 5 een onoverkomelijke belemmering. Ook zonder deze eigen bijdrage is het voor onverzekerbare vreemdelingen al moeilijk om medisch noodzakelijke zorg te verkrijgen. Dit komt omdat er bij zorgverleners nog altijd veel onbekendheid is met de ziektekostenregeling voor onverzekerbare vreemdelingen, zoals deze wordt uitgevoerd door het CVZ. Hierdoor worden er nog altijd vreemdelingen geweigerd bij de balies van huisartsenpraktijken en ziekenhuizen en krijgen velen van hen niet de medisch noodzakelijke zorg waar zij wel recht op hebben. Immers, bij de totstandkoming van de Koppelingswet in 1998 was er bewust voor gekozen om deze doelgroep niet uit te sluiten van medisch noodzakelijke zorg. Een belangrijke overweging hierbij was dat er risico's voor de volksgezondheid kunnen ontstaan indien men deze groep hiervan zou uitsluiten. De invoering van een eigen bijdrage voor medicatie voor onverzekerbare vreemdelingen zal er toe gaan leiden dat veel onverzekerbare vreemdelingen de hen door bijv. huisarts of psychiater voorgeschreven medicatie niet zullen kunnen betalen en dus de (soms meerdere) medicijnen niet kunnen verkrijgen, waarvan ze voor de behandeling van hun ernstige medische en/of psychische problemen afhankelijk zijn. Het opwerpen van een hoge drempel voor het verkrijgen van de benodigde medicatie leidt daarom tot onverantwoorde risico's voor de medische en/of psychische situatie van mensen die zich sowieso al in de marges van de samenleving bevinden. Situaties zoals die in Baflo en op de Dam in Amsterdam zullen zich als gevolg hiervan vaker kunnen gaan voordoen. Dit brengt dus nadrukkelijk ook risico's voor de openbare orde en de volksgezondheid in de hele Nederlandse samenleving met zich mee. (www.inlia.nl)

woensdag 15 januari 2014

Terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers

Terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers naar het land van herkomst Terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers naar land van herkomst Asielzoekers moeten terug naar hun land van herkomst als de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) hun asielaanvraag heeft afgewezen. Ze kunnen dan natuurlijk nog naar de rechter stappen. Heeft de IND hun asielverzoek volgens de rechter zorgvuldig beoordeeld, dan moeten zij Nederland verlaten. Zelf regelen Tijdens de asielprocedure zijn asielzoekers al voorbereid op de mogelijkheid dat zij niet in Nederland mogen blijven. Als de asielaanvraag definitief is afgewezen, moeten asielzoekers in principe Nederland binnen vier weken verlaten. Na deze termijn krijgen zij geen opvang of huisvesting meer. Deze uitgeprocedeerde asielzoekers moeten zélf hun terugkeer regelen. De overheid ondersteunt hen daarbij zo nodig en ook de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) kan behulpzaam zijn. Asielzoekers met kinderen die kunnen aantonen dat ze zelfstandig willen vertrekken, kunnen nog maximaal twaalf weken onderdak krijgen. Uitzetten Als uitgeprocedeerde asielzoekers niet zelf vertrekken, dan kunnen de Koninklijke Marechaussee en de vreemdelingenpolitie hen het land uitzetten. Het is mogelijk dat grote groepen asielzoekers tegelijk worden uitgezet met speciale chartervluchten. Medewerking herkomstland Behalve de vreemdeling moet ook zijn land van herkomst meewerken aan terugkeer. Bijvoorbeeld als de asielzoeker geen geldig reisdocument heeft. Het land van herkomst wordt dan gevraagd om een vervangend reisdocument te leveren waarmee de vreemdeling kan terugkeren Andere redenen voor terugkeer Ook vreemdelingen mét een verblijfsvergunning kunnen met terugkeer te maken krijgen. Redenen kunnen zijn dat de vergunning verloopt of wordt ingetrokken. Problemen bij terugkeer Groot obstakel voor terugkeer is het feit dat de identiteit en nationaliteit van asielzoekers vaak niet bekend zijn. In de meeste gevallen hebben ze geen identiteitsdocumenten bij zich, zoals een paspoort of een geboorteakte. Zonder deze documenten is het bijna onmogelijk voor Nederland om vreemdelingen te laten terugkeren naar hun land van herkomst. Daarom doet de overheid al bij binnenkomst intensief onderzoek naar de identiteit en nationaliteit van de asielzoeker. Hoeveel asielzoekers zijn teruggekeerd? In 2005 verlieten 1.957 asielzoekers Nederland zelf, terwijl 1.323 asielzoekers gedwongen werden uitgezet. Van maar liefst 12.259 asielzoekers is het onbekend waar zij gebleven zijn. De Nederlandse overheid heeft de laatste jaren veel energie gestoken in terugkeer, wat terug te vinden is in de cijfers. In 2006 vertrokken 10.208 asielzoekers uit Nederland. Voor recentere jaren is dit aantal niet bekend. Wat vindt VluchtelingenWerk? De overheid gaat ervan uit dat alle herkomstlanden bereid zijn de eigen onderdanen terug te nemen. Volgens deze redenering is het daarom altijd de schuld van de asielzoeker als hij niet kan terugkeren. VluchtelingenWerk is het hier niet mee eens. Het land van herkomst werkt immers vaak niet of slechts heel traag mee aan het verstrekken van de nodige documenten. Landen als China, Liberia en Mauritanië zijn hierom berucht. Verder is terugkeer van grote groepen asielzoekers voor landen die net herstellen van een burgeroorlog een grote belasting. Vaak willen deze landen afspraken maken over ondersteuning bij de herintegratie en over gefaseerde terugkeer. VluchtelingenWerk vindt dat Nederland hier rekening mee moet houden. Een asielzoeker van wie het asielverzoek na een zorgvuldige asielprocedure is afgewezen, moet Nederland verlaten. VluchtelingenWerk vindt dit terecht. Wél hebben asielzoekers die niet in Nederland mogen blijven een realistische termijn nodig om te vertrekken. De termijn van vier weken is vaak te kort. Welke rol speelt VluchtelingenWerk bij terugkeer? VluchtelingenWerk ondersteunt in de eerste plaats asielzoekers bij hun vraag om bescherming. Ziet VluchtelingenWerk dat legaal verblijf in Nederland op geen enkele wijze haalbaar is, dan helpen wij asielzoekers door informatie te bieden over mogelijkheden in hun land van herkomst. Bijvoorbeeld informatie over terugkeerregelingen en over projecten in hun herkomstland. Andere hulp bij terugkeer Asielzoekers kunnen bij terugkeer begeleiding krijgen van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Deze organisatie heeft ook speciale terugkeerprogramma’s ontwikkeld voor een aantal herkomstlanden. Hiermee krijgen asielzoekers ondersteuning bij het opbouwen van een nieuw bestaan in hun herkomstland. Bijvoorbeeld om hun woning weer bewoonbaar te maken of om de eerste maanden na terugkeer financieel te overbruggen. Geplaatst door Joop van Luit op 13:50

donderdag 9 januari 2014

Hoe Terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers naar het land van herkomst

Terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers naar land van herkomst Asielzoekers moeten terug naar hun land van herkomst als de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) hun asielaanvraag heeft afgewezen. Ze kunnen dan natuurlijk nog naar de rechter stappen. Heeft de IND hun asielverzoek volgens de rechter zorgvuldig beoordeeld, dan moeten zij Nederland verlaten. Zelf regelen Tijdens de asielprocedure zijn asielzoekers al voorbereid op de mogelijkheid dat zij niet in Nederland mogen blijven. Als de asielaanvraag definitief is afgewezen, moeten asielzoekers in principe Nederland binnen vier weken verlaten. Na deze termijn krijgen zij geen opvang of huisvesting meer. Deze uitgeprocedeerde asielzoekers moeten zélf hun terugkeer regelen. De overheid ondersteunt hen daarbij zo nodig en ook de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) kan behulpzaam zijn. Asielzoekers met kinderen die kunnen aantonen dat ze zelfstandig willen vertrekken, kunnen nog maximaal twaalf weken onderdak krijgen. Uitzetten Als uitgeprocedeerde asielzoekers niet zelf vertrekken, dan kunnen de Koninklijke Marechaussee en de vreemdelingenpolitie hen het land uitzetten. Het is mogelijk dat grote groepen asielzoekers tegelijk worden uitgezet met speciale chartervluchten. Medewerking herkomstland Behalve de vreemdeling moet ook zijn land van herkomst meewerken aan terugkeer. Bijvoorbeeld als de asielzoeker geen geldig reisdocument heeft. Het land van herkomst wordt dan gevraagd om een vervangend reisdocument te leveren waarmee de vreemdeling kan terugkeren Andere redenen voor terugkeer Ook vreemdelingen mét een verblijfsvergunning kunnen met terugkeer te maken krijgen. Redenen kunnen zijn dat de vergunning verloopt of wordt ingetrokken. Problemen bij terugkeer Groot obstakel voor terugkeer is het feit dat de identiteit en nationaliteit van asielzoekers vaak niet bekend zijn. In de meeste gevallen hebben ze geen identiteitsdocumenten bij zich, zoals een paspoort of een geboorteakte. Zonder deze documenten is het bijna onmogelijk voor Nederland om vreemdelingen te laten terugkeren naar hun land van herkomst. Daarom doet de overheid al bij binnenkomst intensief onderzoek naar de identiteit en nationaliteit van de asielzoeker. Hoeveel asielzoekers zijn teruggekeerd? In 2005 verlieten 1.957 asielzoekers Nederland zelf, terwijl 1.323 asielzoekers gedwongen werden uitgezet. Van maar liefst 12.259 asielzoekers is het onbekend waar zij gebleven zijn. De Nederlandse overheid heeft de laatste jaren veel energie gestoken in terugkeer, wat terug te vinden is in de cijfers. In 2006 vertrokken 10.208 asielzoekers uit Nederland. Voor recentere jaren is dit aantal niet bekend. Wat vindt VluchtelingenWerk? De overheid gaat ervan uit dat alle herkomstlanden bereid zijn de eigen onderdanen terug te nemen. Volgens deze redenering is het daarom altijd de schuld van de asielzoeker als hij niet kan terugkeren. VluchtelingenWerk is het hier niet mee eens. Het land van herkomst werkt immers vaak niet of slechts heel traag mee aan het verstrekken van de nodige documenten. Landen als China, Liberia en Mauritanië zijn hierom berucht. Verder is terugkeer van grote groepen asielzoekers voor landen die net herstellen van een burgeroorlog een grote belasting. Vaak willen deze landen afspraken maken over ondersteuning bij de herintegratie en over gefaseerde terugkeer. VluchtelingenWerk vindt dat Nederland hier rekening mee moet houden. Een asielzoeker van wie het asielverzoek na een zorgvuldige asielprocedure is afgewezen, moet Nederland verlaten. VluchtelingenWerk vindt dit terecht. Wél hebben asielzoekers die niet in Nederland mogen blijven een realistische termijn nodig om te vertrekken. De termijn van vier weken is vaak te kort. Welke rol speelt VluchtelingenWerk bij terugkeer? VluchtelingenWerk ondersteunt in de eerste plaats asielzoekers bij hun vraag om bescherming. Ziet VluchtelingenWerk dat legaal verblijf in Nederland op geen enkele wijze haalbaar is, dan helpen wij asielzoekers door informatie te bieden over mogelijkheden in hun land van herkomst. Bijvoorbeeld informatie over terugkeerregelingen en over projecten in hun herkomstland. Andere hulp bij terugkeer Asielzoekers kunnen bij terugkeer begeleiding krijgen van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Deze organisatie heeft ook speciale terugkeerprogramma’s ontwikkeld voor een aantal herkomstlanden. Hiermee krijgen asielzoekers ondersteuning bij het opbouwen van een nieuw bestaan in hun herkomstland. Bijvoorbeeld om hun woning weer bewoonbaar te maken of om de eerste maanden na terugkeer financieel te overbruggen.

dinsdag 29 januari 2013

Domesta bezocht op`t Stee

Verslag bezoek Stichting Op ’t Stee Tijdens de kerstbijeenkomst van Domesta is er een kerstverloting geweest. De opbrengst hiervan is gedoneerd aan Stichting Op ’t Stee. Namens Domesta zijn wij, Tom Koenders en Nicky Veen, naar de stichting toe gegaan om een cheque te overhandigen. Hartelijk ontvangst Hartelijk werden wij ontvangen aan de Laan van de Marel, waar Domesta een huis heeft vrijgegeven aan de stichting. Een Iraanse man en de heer Heller (mentor van het huis) heetten ons welkom. We moesten nog even wachten op de de heer Van Os, maar we kregen alvast een grote kop thee. Het eerste wat ons opviel aan de woonkamer was een stretcher die in de kamer stond. De mentor van het huis vertelde ons dat hier tijdelijk een vrouw uit Burundi slaapt. Uiterlijk volgende week gaat zij naar een andere locatie, want ook de stichting vindt slapen in de woonkamer geen oplossing. Verder zag het huis er keurig en verzorgd uit. Nadat ook de secretaris gearriveerd was, begonnen de heren gepassioneerd te vertellen over de stichting en het werk dat zij verrichten. We konden meteen merken dat zij echt het beste voor de asielzoekers voorhebben. Bewoners Laan van de Marel In totaal verblijven er zes personen aan de Laan van de Marel. Drie komen uit Afghanistan, twee uit Somalië en één uit Iran. Deze personen krijgen € 30,- per week aan leefgeld voor bijvoorbeeld eten of drinken. Daarnaast ontvangen zij voedselpakketten van de voedselbank. Doelgroep van de stichting Alle asielzoekers die bij Stichting Op ’t Stee opvang krijgen, zijn uitgeprocedeerd en in Hoger Beroep gegaan tegen hun uitspraak. Aan deze asielzoekers worden vreemdelingenadvocaten toegewezen. Het nadeel van deze advocaten is dat zij door het hele land verspreid zitten. Zo zit de advocaat van de Iraanse man in Utrecht. Van de € 30,- die hij in de week ontvangt, kan hij zich niet alle reiskosten veroorloven. Daarom vergoedt de Stichting de reiskosten van alle asielzoekers die zij opvang bieden. Bij Stichting Op ’t Stee worden niet alleen volwassen asielzoekers opgevangen, maar het komt ook regelmatig voor dat er gezinnen met kinderen aankloppen. Voor deze kinderen regelt de Stichting dat zij naar school kunnen. Vaak doen deze scholen het kosteloos, want -zo werd gezegd- een kind meer of minder in de klas maakt geen groot verschil. Verblijfsduur Tom vroeg hoelang de asielzoekers mogen blijven bij de stichting. De mentor antwoordde hierop dat de tijd dat de asielzoekers in het rechtsproces zitten, zij opvang krijgen van Stichting Op ’t Stee. De Stichting hoopt altijd op een snelle afhandeling, het liefst zes maanden, maar vaak wordt dit vele malen langer. Wanneer de uitspraak van de rechter negatief uitpakt en de asielzoeker Nederland moet verlaten, wordt er samen met de Stichting gekeken naar welk land hij gaat. Dit kan het land van herkomst zijn, maar ook een ander land. Zo werd als voorbeeld een Armeense man genoemd, die als gelukzoeker naar Nederland kwam. Deze man werd door de overheid het land weer uitgezet en daarna vertrok hij naar Rusland, waar hij een goede baan en een eigen huis heeft. Als een

vrijdag 21 december 2012

Op t Stee in vogelvlucht

In 1999 werd Op ’t Stee in het leven geroepen door de Raad van Kerken en geloofsgemeenschappen in Emmen. Het doel van de stichting is het helpen van asielzoekers in nood. En van nood is sprake als je Nederland niet kunt verlaten maar verstoken blijft van voorzieningen van Rijkswege. Je hebt dan geen dak boven het hoofd en je hebt geen geld voor eten en drinken. Ook kan er sprake zijn van nood als je ziek bent en niet goed voor jezelf kunt zorgen. Lang is gedacht dat als er eenmaal een generaal pardon zou zijn dat er dan geen noodvoorziening meer nodig zou zijn. Het blijkt echter dat de Nederlandse overheid nog steeds geen goede oplossing heeft gevonden voor uitgeprocedeerde asielzoekers. En daarom blijft Op ’t Stee nodig. Op ’t Stee beheert 4 huizen. Daarin wonen zo’n 20 asielzoekers. Uit Afrika maar ook uit landen als Afghanistan, Pakistan, Armenië, Iran en Irak. Het gaat vaak om mensen die nog een procedure hebben lopen. B.v omdat ze asiel vragen omdat men ernstig ziek is en er in het land van herkomst geen medicijnen bestaan. Of omdat men Christen is die in het land van herkomst ernstig worden vervolgd. En er zijn asielzoekers die uit Nederland moeten verdwijnen terwijl er geen land is die ze willen hebben omdat ze geen identiteitspapieren hebben. Op ’t Stee zorgt voor bed, bad en brood. We zoeken een dokter, tandarts of apotheek als dat nodig is. We zorgen voor OV kaarten zodat men medische of psychische specialisten kan bezoeken. En we helpen met het gedoe rond het dossier. Het inschakelen en ondersteunen van de advocaat. Elke bewoner heeft een mentor die het eerste aanspreekpunt is voor de asielzoeker. Het leven in de noodopvang is niet erg plezierig. Uitgeprocedeerde asielzoekers mogen niet werken, zelfs geen vrijwilligerswerk. Daardoor ontstaat er verveling en dat leidt tot psychische klachten. En de uitzichtloosheid is natuurlijk een enorme belemmering om je leven als positief te ervaren. Als er niets gebeurt dreigen levens van jonge mensen verloren te gaan. Omdat de woningen die Op ’t Stee beheert ons gratis ter beschikking worden gesteld kunnen wij een asielzoeker opvangen voor ongeveer 2.500 euro per jaar per asielzoeker. Dat geld wordt opgebracht via collectes in kerken. We krijgen giften van particulieren en instellingen. In 2012 kregen we ook subsidie van de gemeente. Of we ook in 2013 weer op een gemeentelijke subsidie kunnen rekenen is onduidelijk. Op dit moment sluit de begroting voor 2013 met een tekort van € 13000,-- U kunt Op ’t Stee helpen door Vriend van Op ’t Stee te worden. Dat koste een tientje per maand. Maar u kunt ook als organisatie, kerkelijke groepering, school of bedrijf helpen door een asielzoeker te adopteren. Dat kost €2500,-- per jaar. Daarvoor zorgen wij voor noodopvang. Mocht u meer willen weten of wilt u reageren dat kan dat via het mailadres: info@optstee.nl

donderdag 27 september 2012

Niemand of iemand Het verhaal van een asielzoeker

De zon schijnt door een kier van mijn gordijn. Weer een nieuwe dag! Mijn verstand zegt dat ik mijn bed uit moet, maar waarom? Ik heb geen school of werk vandaag, net als alle andere dagen niet. Het maakt geen enkel verschil of ik mijn bed uit ga of blijf liggen. Toch besluit ik om op te staan. Ik ga naar beneden en maak een kop thee. Het huis is stil, alle andere bewoners slapen. Mijn gedachten gaan naar 6 jaar geleden. Toen moest ik op tijd opstaan want mijn werk wachtte, mijn zoon en dochter moesten naar school en mijn vrouw kwam thuis uit haar nacht dienst. Veel actie dus, maar vooral een doel! Een reden om op te staan. Mijn leven was goed, ik had werk, een huis, een gezin en geen problemen. Tot de dag dat ik me moest melden bij de vreemdelingen dienst “voor een gesprek”. Een maand later zat ik in een cel als tussenstop naar de onbekende bestemming. Ik had niets verkeerds gedaan, maar de verkeerde naam in het verkeerde land. Ik vroeg om asiel in het land waar ik was. Geen idee waar ik was en waar ik om vroeg, maar de bewaker zei dat ik dat moest proberen. En nu ben ik hier, alleen, zonder doel en zonder degene waar ik zielsveel van hou. Na een procedure en een negatief besluit, 9 maanden vreemdelingenbewaring omdat ik ben waar ik ben, stond ik op straat. Nu ben ik officieel niemand, niet welkom in mijn geboorteland, niet welkom in het land waar ik ben opgegroeid, een ongewenste vreemdeling in het land waar ik verblijf zonder recht op een dak boven mijn hoofd, ik mag niet werken voor mijn geld en kan slechts naar een dokter als er sprake is van leven of dood. Ik word opgevangen door lieve mensen die een stichting hebben om mensen als mij te helpen, krijg geld van mensen die met mij en mijn lotgenoten mee leven. Ik mag niet voor hen werken want dan zijn deze mensen strafbaar. Ik ben NIEMAND! Maar ik sta op, maak ontbijt en stap op mijn fiets. Ik fiets door Emmen, maken een praatje met mensen op straat, koop een fles melk en ga terug naar de plek waar ik mag verblijven. De tweede buurman is buiten, hij roept mij en vraagt hoe het met me gaat. Hij is oud, maar werkt in zijn tuin. Ik bied aan hem te helpen. Samen werken we in zijn tuin, we verstaan elkaar niet altijd, maar dat geeft niet. We begrijpen elkaar heel goed. Zijn vrouw brengt ons koffie met een koekje en we genieten van de zon. Als we klaar zijn loop ik weg met een glimlach op mijn gezicht. Ik ben niet niemand, ik ben iemand. Mijn buren kennen mij en vinden me aardig. Morgen mag ik de buurman weer helpen in zijn tuin en ziet hij mij weer staan. Het was een goede dag.

maandag 17 september 2012

Even geld brengen......

Even geld brengen Eén van de activiteiten van de bestuursleden is dat eens per week aan de asielzoekers het leefgeld gebracht wordt. Iedere asielzoeker krijgt € 30 per week. Een klusje van niets. Kost hooguit een uurtje zou je zeggen. Met mijn echtgenote ging ik naar de boerderij om daar aan acht personen geld te overhandigen. Daarna zou ik van een lang weekend kunnen gaan genieten. De eerste asielzoeker vroeg mij om uit te zoeken of hij zijn school (MBO autotechniek) in Emmen kon afmaken. Hij hoefde nog maar drie maanden om zijn diploma te krijgen. Overwerk dus voor mij. De tweede asielzoeker (man met vrouw en twee kleine kinderen) gaf aan dat er dringend behoefte is aan bezoek van een huisarts. De echtgenote had last van zware hoofdpijnen en sliep niet meer. Het kind van twee jaar was ook ziekelijk, gelukkig niet ernstig. Weer overwerk dus. De volgende zou ook graag een huisarts willen spreken. Ook hij had hoofdpijn. Veel asielzoekers hebben dat vanwege de grote spanning waaronder ze leven. Hij had ook een extra rekening ontvangen voor een procedure. Daarvan moet een fotokopie in het dossier voor de kascontrole. Afgesproken dat die per mail wordt toegezonden. Later kwam die niet, want er was geen scanapparaat. Moet ik een andere dag toch nog even terug. De OV chipkaart was nog niet leeg, hij kon nog reizen. Er op gewezen dat bij onvoldoende saldo tijdig gebeld moet worden. Nu maar hopen dat er niet teveel gereisd moet worden, anders moet ik naar het station om de kaart op te laden. De volgende gaf aan dat zij ook geld zou krijgen voor schoonmaakmiddelen. Zij houdt de boerderij netjes op orde. Ik was er niet van op de hoogte dat ik voor haar extra geld moest meenemen. Ik had dat ook niet bij me. Even navragen aan de begeleider en dan volgende week maar even terug. Ik heb duidelijk pech vandaag. De één na laatste had een heel verhaal over zijn advocaat die maar niets deed. Alle gegevens maar even opgeschreven en beloofd dat ik onze eigen advocaat dit zou laten uitzoeken. Helaas ook nu weer extra werk. De laatste had wegens hoofdpijn ook een dokter nodig. Hij had ook last van spierpijn en buikpijn. Het vinden van een huisarts is een groot probleem. Hij vertelde ook dat hij volgende week naar zijn advocaat in Utrecht moet. Of ik hem dat reisgeld wilde geven. Hij had inderdaad een bericht van zijn advocaat. Dat extra geld had ik niet. Moet ik morgen toch maar even terugkomen met een treinkaartje. Het bezoek zelf was door al die gesprekken uitgelopen. Dat is niet zo erg. Gesprekken met deze mensen vind ik erg fijn, zouden we meer moeten doen. Maar ik heb nog heel wat huiswerk te doen. Zal wel geen lang vrij weekend worden.