donderdag 27 september 2012

Niemand of iemand Het verhaal van een asielzoeker

De zon schijnt door een kier van mijn gordijn. Weer een nieuwe dag! Mijn verstand zegt dat ik mijn bed uit moet, maar waarom? Ik heb geen school of werk vandaag, net als alle andere dagen niet. Het maakt geen enkel verschil of ik mijn bed uit ga of blijf liggen. Toch besluit ik om op te staan. Ik ga naar beneden en maak een kop thee. Het huis is stil, alle andere bewoners slapen. Mijn gedachten gaan naar 6 jaar geleden. Toen moest ik op tijd opstaan want mijn werk wachtte, mijn zoon en dochter moesten naar school en mijn vrouw kwam thuis uit haar nacht dienst. Veel actie dus, maar vooral een doel! Een reden om op te staan. Mijn leven was goed, ik had werk, een huis, een gezin en geen problemen. Tot de dag dat ik me moest melden bij de vreemdelingen dienst “voor een gesprek”. Een maand later zat ik in een cel als tussenstop naar de onbekende bestemming. Ik had niets verkeerds gedaan, maar de verkeerde naam in het verkeerde land. Ik vroeg om asiel in het land waar ik was. Geen idee waar ik was en waar ik om vroeg, maar de bewaker zei dat ik dat moest proberen. En nu ben ik hier, alleen, zonder doel en zonder degene waar ik zielsveel van hou. Na een procedure en een negatief besluit, 9 maanden vreemdelingenbewaring omdat ik ben waar ik ben, stond ik op straat. Nu ben ik officieel niemand, niet welkom in mijn geboorteland, niet welkom in het land waar ik ben opgegroeid, een ongewenste vreemdeling in het land waar ik verblijf zonder recht op een dak boven mijn hoofd, ik mag niet werken voor mijn geld en kan slechts naar een dokter als er sprake is van leven of dood. Ik word opgevangen door lieve mensen die een stichting hebben om mensen als mij te helpen, krijg geld van mensen die met mij en mijn lotgenoten mee leven. Ik mag niet voor hen werken want dan zijn deze mensen strafbaar. Ik ben NIEMAND! Maar ik sta op, maak ontbijt en stap op mijn fiets. Ik fiets door Emmen, maken een praatje met mensen op straat, koop een fles melk en ga terug naar de plek waar ik mag verblijven. De tweede buurman is buiten, hij roept mij en vraagt hoe het met me gaat. Hij is oud, maar werkt in zijn tuin. Ik bied aan hem te helpen. Samen werken we in zijn tuin, we verstaan elkaar niet altijd, maar dat geeft niet. We begrijpen elkaar heel goed. Zijn vrouw brengt ons koffie met een koekje en we genieten van de zon. Als we klaar zijn loop ik weg met een glimlach op mijn gezicht. Ik ben niet niemand, ik ben iemand. Mijn buren kennen mij en vinden me aardig. Morgen mag ik de buurman weer helpen in zijn tuin en ziet hij mij weer staan. Het was een goede dag.

maandag 17 september 2012

Even geld brengen......

Even geld brengen Eén van de activiteiten van de bestuursleden is dat eens per week aan de asielzoekers het leefgeld gebracht wordt. Iedere asielzoeker krijgt € 30 per week. Een klusje van niets. Kost hooguit een uurtje zou je zeggen. Met mijn echtgenote ging ik naar de boerderij om daar aan acht personen geld te overhandigen. Daarna zou ik van een lang weekend kunnen gaan genieten. De eerste asielzoeker vroeg mij om uit te zoeken of hij zijn school (MBO autotechniek) in Emmen kon afmaken. Hij hoefde nog maar drie maanden om zijn diploma te krijgen. Overwerk dus voor mij. De tweede asielzoeker (man met vrouw en twee kleine kinderen) gaf aan dat er dringend behoefte is aan bezoek van een huisarts. De echtgenote had last van zware hoofdpijnen en sliep niet meer. Het kind van twee jaar was ook ziekelijk, gelukkig niet ernstig. Weer overwerk dus. De volgende zou ook graag een huisarts willen spreken. Ook hij had hoofdpijn. Veel asielzoekers hebben dat vanwege de grote spanning waaronder ze leven. Hij had ook een extra rekening ontvangen voor een procedure. Daarvan moet een fotokopie in het dossier voor de kascontrole. Afgesproken dat die per mail wordt toegezonden. Later kwam die niet, want er was geen scanapparaat. Moet ik een andere dag toch nog even terug. De OV chipkaart was nog niet leeg, hij kon nog reizen. Er op gewezen dat bij onvoldoende saldo tijdig gebeld moet worden. Nu maar hopen dat er niet teveel gereisd moet worden, anders moet ik naar het station om de kaart op te laden. De volgende gaf aan dat zij ook geld zou krijgen voor schoonmaakmiddelen. Zij houdt de boerderij netjes op orde. Ik was er niet van op de hoogte dat ik voor haar extra geld moest meenemen. Ik had dat ook niet bij me. Even navragen aan de begeleider en dan volgende week maar even terug. Ik heb duidelijk pech vandaag. De één na laatste had een heel verhaal over zijn advocaat die maar niets deed. Alle gegevens maar even opgeschreven en beloofd dat ik onze eigen advocaat dit zou laten uitzoeken. Helaas ook nu weer extra werk. De laatste had wegens hoofdpijn ook een dokter nodig. Hij had ook last van spierpijn en buikpijn. Het vinden van een huisarts is een groot probleem. Hij vertelde ook dat hij volgende week naar zijn advocaat in Utrecht moet. Of ik hem dat reisgeld wilde geven. Hij had inderdaad een bericht van zijn advocaat. Dat extra geld had ik niet. Moet ik morgen toch maar even terugkomen met een treinkaartje. Het bezoek zelf was door al die gesprekken uitgelopen. Dat is niet zo erg. Gesprekken met deze mensen vind ik erg fijn, zouden we meer moeten doen. Maar ik heb nog heel wat huiswerk te doen. Zal wel geen lang vrij weekend worden.